Je leert hoe je de mooiste creaties maakt. Daarvoor maak je gebruik van bloemen, bladeren, takken en mos, maar ook van ander materiaal zoals klei, textiel en papier.
Verschil tussen BOL en BBL
Bij Terra kun je een BOL- en BBL-opleiding volgen. BOL staat voor BeroepsOpleidende Leerweg. Bij een BOL-opleiding ben je het grootste deel van de week op school en loop je daarnaast stage om praktijkervaring op te doen. BBL staat voor BeroepsBegeleidende Leerweg. Bij een BBL-opleiding werk je 3 of 4 dagen per week en ga je 1 of 2 dagen per week naar school. Omdat je werkt, krijg je vaak ook salaris van het bedrijf waar je werkt.
Klantcontact en presenteren
Ook leer je hoe je met klanten omgaat wanneer je in een bloemenwinkel werkt. Je ontdekt hoe je jezelf en je werk het beste kunt presenteren. Bijvoorbeeld door aansprekende sfeerpresentaties of social media posts te maken.
Veel praktijk
Je zit tijdens de opleiding niet veel met je neus in de boeken, maar leert vooral door te doen. Zo loop je stage en volg je veel praktijklessen. Fouten maken mag bij Terra, daar leer je alleen maar van. De docenten kijken naar waar je talent ligt en helpen je om dit verder te ontwikkelen.
Dit doe je per jaar
Jaar 1
+
Je krijgt veel praktijklessen. Bijvoorbeeld over bloemschikken, creatieve vormgeving, etaleren en presenteren, fotografie en materialenkennis. Je leert met allerlei materialen werken en leert verschillende technieken, waarin je jouw creativiteit volop kwijt kunt. Ook ontwikkel je communicatieve vaardigheden zoals doorvragen en luisteren, omdat je veel met klanten te maken krijgt in het werk dat je gaat doen. Daarnaast leer je over bedrijfsvoering en krijg je algemene vakken zoals Nederlands en rekenen. Je loopt in jaar 1 al één dag per week stage.
Jaar 2
+
Op niveau 2 doe je twee jaar over de basis. In jaar 2 krijg je daarom dezelfde vakken als in jaar 1, behalve fotografie. In dit leerjaar volg je twee keuzedelen. Je kiest dan zelf waarover je les krijgt, afhankelijk van je interesse. Je loopt in jaar 2 één dag per week stage. In het laatste blok doe je de beroepsproeven. Door het uitvoeren van opdrachten laat je zien wat je hebt geleerd.